Artikelindex


5.2  Vloeibare producten
Afhankelijk van de samenstelling vormen vloeibare producten een gunstige voedingsbodem voor allerhande bacteriën. Hierdoor is hygiëne bij de opslag van dergelijke producten belangrijk. Een vochtrijk milieu geeft aanleiding tot (her)groei van micro-organismen. Producten die tijdens fermentatie ontstaan, zijn onder andere melkzuur, azijnzuur en alcohol. Bij gebruik van vochtrijke voedermiddelen hebben de fermentatieproducten mogelijk een gunstige invloed op smakelijkheid en benutting van het voer (Rijnen en Scholten, 1997).

Bacteriën (E.Coli, Salmonella, Clostridia, etc.) kunnen over het algemeen niet tegen een zuur milieu. Omdat vochtrijke voedermiddelen over het algemeen spontaan verzuren tijdens opslag en/of worden aangezuurd, krijgen de meeste entero’s geen kans om te groeien. Ook komen de meeste vochtrijke voedermiddelen vrij na een hittebehandeling. Salmonella en E.Coli overleven deze behandeling veelal niet. Sporenvormende bacteriën, zoals Clostridia zijn moeilijker te voorkomen omdat de sporen tegen een hittebehandeling bestand zijn. Een goede aanzuring en lage pH kunnen ervoor zorgen dat Clostridiasporen niet kunnen uitgroeien. In het geval dat Clostridia of andere bederfbacteriën wel uitgroeien dan kunnen ze eiwit afbreken en biogene aminen vormen. Dit zijn gevaarlijke metabolieten die schadelijk zijn voor varkens, met name voor jonge biggen en zeugen. Bij de opslag van eiwitrijke producten is het dus belangrijk dat de producten of een hoge omloopsnelheid hebben of direct na productie worden aangezuurd zodat bederf niet op kan treden. Clostridia en de meeste andere bederfbacteriën kunnen immers niet uitgroeien bij een pH kleiner dan 4,5.

Schimmels zijn de bron van mycotoxinen en  hebben zuurstof nodig om te groeien. Ze kunnen alleen groeien  aan de oppervlakte van producten . De aanwezigheid van schimmels en het ontstaan van mycotoxines in vloeibare diervoerders is dan ook onwaarschijnlijk. De meeste schimmels komen alleen voor in de toplaag van ingekuilde voedermiddelen, waar zuurstof aanwezig kan zijn.

Gisten in tanks kunnen in vloeibare producten in grote aantallen voorkomen. Sommige producten zoals tarwegistconcentraat, condensated distillers solubles en biergist bevatten van nature hoge gist gehalten. Bij andere producten kunnen gist gehalten, die hoger zijn dan 100.000 KVE/g,  een sterke gisting veroorzaken, waarbij er in korte tijd veel CO2 wordt gevormd. Dit zal leiden tot droge stof en voederwaardeverlies, verspilling van product bij overlopen van opslagen, druk in leidingen en voormengers en in het ergste geval gisting in het dier. De pH van vloeibare voedermiddelen, die veelal lager is dan 4,5, biedt weliswaar voordelen ten aanzien van het beperken van ongewenste bacteriën, bijvoorbeeld E.Coli en Salmonella, maar biedt geen absolute garantie tegen gisten. Gisten kunnen bij een erg lage pH (2 – 4) overleven. Een goede hygiëne is daarom altijd van groot belang. De groei van gisten kan eventueel worden beperkt door het toevoegen van een gistremmer, zoals diverse organische zuren.

Hygiëne van de opslagtanks
De opslagtanks waarin de vloeibare voedermiddelen worden bewaard, worden doorgaans niet of nauwelijks gereinigd. In de praktijk blijkt dit niet tot problemen te leiden. Schoonspoelen van de tanks voldoet goed als reiniging. Desinfecteren gebeurt zelden. Zeer belangrijk is wel dat de tanks volledig leeggemaakt kunnen worden en dat er geen ruimten zijn waar resten kunnen blijven staan, die als “entvloeistof” gaan fungeren. In zijn algemeenheid is het vooral bij eiwitrijke producten verstandig om tanks regelmatig, bij voorkeur na iedere vracht, schoon te spoelen met water. Het is belangrijk dat er bij de opslag en het voeren van vloeibare voedermiddelen aandacht wordt besteed aan het voorkomen van ongewenste microbiële groei. Ongewenste groei van micro-organismen kan verlies van voederwaarde tot gevolg hebben en hierdoor negatieve effecten op de smakelijkheid van de producten en de gezondheid van het dier.

© Circular Feed association